We moeten spelen!
'Een toestand van intrinsieke motivatie is onze natuurlijke toestand, in die zin dat we er van nature toe neigen. Die neiging kan wel verstoord worden. Mensen kunnen dus, zo stelt de selfdetermination theory (SDT), gedemotiveerd worden."(blz. 126 We moeten spelen)
Deze theorie (SDT) wordt besproken in een boek dat ik heb gelezen 'We moeten spelen van Rob Martens met prachtige tekeningen van Mark Schalken. Prof. dr. Rob Martens was wetenschappelijk directeur van stichting NIVOZ (Nederlands instituut voor Onderwijs en Opvoedingszaken) en hoogleraar aan de Open Universiteit. Mark Schalken heeft samen met Albert Hennipman boeken ontworpen voor NIVOZ en samen zijn zij de oprichters van Het Huis van Betekenis, een broedplaats voor tekenaars, waar ik zelf ook aan verbonden ben als maker.  
Het boek zet je aan het denken over het belang van spel in educatie en in zijn algemeenheid voor alles en iedereen maar ook over de gevaren van druk en het gebrek aan vrijheid. Mensen moeten van nature onderzoeken en uitproberen om te ontwikkelen en te groeien. Eigenlijk moeten we helemaal niet de hele dag in een kantoor zitten of kinderen de hele dag stil laten zitten in een vierkante ruimte met gebrek aan bewegingsruimte. Het kan zorgen voor depressieve gevoelens of ontwikkelingsproblemen. Het boek luidt: Laat kinderen minstens een uur spelen, en dan ook echt spelen. Daarvoor hoef je als docent vrij weinig te doen namelijk: niks. Je hoeft echt niet meteen het hele schoolsysteem om te gooien. En voor de duidelijkheid: Kinderen moeten essentiële vaardigheden en kennis opdoen die ze écht nodig hebben in het leven. Maar 'Less is more'. We willen té veel. Je hoort het constant op het nieuws: Dit is een klus voor het onderwijs, dat is iets voor de leraren etc. Ik denk dat we veel moeten schrappen en niet kinderen vol willen stoppen. 
 
Als ik eerlijk ben kan ik me ook echt alleen de essentiële dingen herinneren van mijn middelbare schooltijd. Ik heb zoveel moeten leren, vooral voor een toets. Ik was heel perfectionistisch en wilde presteren om leraren en ouders trots te maken. Maar ik was ook vaak verdrietig omdat vriendinnen wel buiten gingen spelen, iets meer lak hadden aan toetsen en cijfers en ik weer op mijn kamer franse woordjes zat te stampen om zo een negen of een tien te halen. Dat kon echt wel wat minder. Op de HKU ervaarde ik vrijheid. Ik moest echt afkicken van het aantal toetsen dat ik moest maken op de middelbare school. Opeens hoefde ik maar twee essays te maken per jaar en drie schouwen waarin ik mijn werk mocht toelichten. Dat werd zeker beoordeeld maar niet met cijfers maar met termen als: voldoende of goed. Leerden we daardoor minder? Had ik daardoor minder motivatie? Het tegenovergestelde is waar. Ik vond het heerlijk om zelf te kiezen wat ik wilde onderzoeken, welke boeken ik zou lezen en welke technieken ik wilde leren. Voor mij was dat echt een vrijplaats, een ontdekking, eigenlijk een verademing. 
We moeten af van het idee dat spel iets onnozels of iets kinderachtigs is. In het boek wordt zelfs meer naar volwassenen gekeken dan naar kinderen. Dat had een reden. Als een soort tegengif dat spel alleen voor kinderen is. 
Als ik iets mee kan geven aan de kinderen die ik lesgeef vanuit mijn ervaring als student op de HKU en nu uit mijn eigen makerschap dan is dat meer vrijheid. De 'kunstwerkjes' van de kinderen worden dan misschien wel wat meer compromisloos, geen 'past-mooi-bij-de-bank-kunst' zoals Rob Martens dat mooi verwoord in het boek. Spel en kunst liggen dicht bij elkaar. Het gaat het om het proces van spel niet om het eindresultaat. Je kunt niets ontdekken als je van te voren al weet wat eruit gaat komen. 

Muzieksculptuur van leerling uit studioklas

Met meer ruimte voor spel bedoel ik geen verwaarlozing of gebrek aan zorg en aandacht
"Spel en spelend leren is ingewikkeld en kwetsbaar" (blz. 209 We moeten spelen) 'Ga maar spelen' werkt niet voor alle kinderen. Het kost moeite. Het is ook niet makkelijk om creatieve dingen te denken of om op nieuwe ideeën te komen. In het speciaal voor kinderen met ASS (autisme spectrum stoornis). "Bij communicatie vormen de sociale aspecten van taal een moeilijkheid en is er beperkt inlevingsvermogen- en (non verbaal) communicatievermogen. Dat raakt aan het vermogen tot spel. Dubbelzinnigheid of symbolisme leiden tot problemen. Dat vergt meer aandacht en zorg van volwassenen, want deze kinderen spelen van nature ook graag. Spel kan hun helpen omgaan met hun 'speciale' kanten." (blz 206 We moeten spelen)

Muzieksculpturen van restmateriaal
Hierboven en hiernaast staan twee muzieksculpturen gemaakt door leerlingen in mijn klas. Het enige wat ik de leerlingen meegaf was: "Denk aan muziek". Het zouden sculpturen worden waar muziek van gemaakt zou kunnen worden, dat als je ernaar kijkt je denkt: "Hoe zou dit ding klinken?". Vanuit de kinderen zelf kreeg ik de vraag of ze er ook muziek bij mochten maken. Binnenkort gaan we dat ook echt doen. Heb ik ze gevraagd om er muziek bij te maken? Nee. Dit komt echt uit henzelf, uit hun eigen motivatie en nieuwsgierigheid. Natuurlijk zijn er ook kinderen die het niet meteen doorhebben of er vandaag geen zin in hebben. Meestal wacht ik even af wat er gebeurt voordat ik er meteen heen sjees om te zeggen dat ze iets moeten gaan doen. Er was een meisje in het bijzonder die bij een vergelijkbare opdracht als deze 'maar wat met papier zat te fröbelen/scheuren'.  Ik bekeek het en bedacht me dat het precies is wat de opdracht was. Ik moedigde haar alleen aan betere kwaliteit papier te pakken en vooral verder te gaan met wat ze aan het doen was. Dat deed ze ook en het proces was heel tof om te zien! Het is geen goh-wat-mooi-voor-op-de-koelkast werk maar veel meer richting échte kunst. Want misschien zat er in dat gefröbel wel een hoop stres van de hele dag of een boel andere dingen die omgaan in het brein van een puber.  

Muzieksculptuur of zangeres?

Back to Top