Blog 3
meanderend door mijn studio lessen
Corrie bellen voor een kop koffie. voor goede raad, tips en informatie over haar: 'De kunst van het meanderen' een boek en kaarten met twaalf overwegingen voor de (kunst-) hbo-docenten om leren te bevorderen, was een goed idee. Corrie heeft als docent, geschiedenis en Nederlands gegeven en gewerkt op het expertisecentrum educatie van de HKU. "Onderwijs is iets moois, je moet een beetje voor jezelf zorgen, jezelf de tijd geven" vind Corrie. Dat vind ik mooi. Ik wil mezelf ook de tijd geven voor dit project, om het uit te pluizen, nieuwe dingen te leren en veel te spelen.
"Onderwijs is iets moois, je moet een beetje voor jezelf zorgen, jezelf de tijd geven" Corrie Nagtegaal
"Je leert ook 'onbedoeld' veel door gewoon (met elkaar) te zijn, ervaringen uit te wissen en voldoende rust te nemen. Niet alles hoeft georganiseerd en gevuld." (blz. 20, De kunst van het meanderen) Ik test mijn opdrachten in een reeks studiolessen aan leerlingen tussen de twaalf en veertien op vrijdagmiddag van half drie tot tien over vier. Ik heb twaalf studio's de tijd om alles uit te proberen en op een andere manier te bekijken. Lekker veel tijd maar ook héél veel tijd. Het is een uitdaging om van een idee/concept met creatieve opdrachten een lessenserie van twaalf lessen te maken. "Labyrint gericht, bedoeld om te verdiepen te verbreden maar ook om te verdwalen" (blz.20 De kunst van het meanderen) Dat verdwalen vind ik mooi. Het past zo bij die gekke opdrachtjes uit mijn project, het zou er ook een kunnen zijn: 'Hoe ziet positief verdwalen eruit?' ​​​​​​​


"Iedereen heeft een eigen mooi" leerling


"Een schommel die niet meer schommelt" leerling



In mijn eerste studio: "Het voelt zo kunst" op vrijdagmiddag heerste een gezellige sfeer en de leerlingen leken geboeid door de soms gekke opdrachten. Deze les begon ik met een zelfbedacht spelletje waarbij de leerlingen kennis met elkaar konden maken. (leerlingen kennen elkaar niet, komen uit verschillende klassen) Op muziek liepen de leerlingen door het lokaal tot ik het geluid uit zette en ze een opdracht gaf om uit te voeren met de persoon die het dichtste bij hun stond. Dat kon bijvoorbeeld zijn: Teken een plant die je bij deze persoon vind passen of teken de schoenveters van de persoon voor je. Er was ook een opdracht bij, waarbij ze niet op hun papier mochten kijken. Een leerling merkte op dat het er anders uitzag als hij van te voren had bedacht en dat hij dat wel grappig vond. 
In mijn tweede studio ben ik met de klas in gesprek gegaan over het maakproces. Ik vond een gedeelte van de les stroef gaan. Naar mijn idee voelde het ietwat geforceerd om aan de hand van de soms wat poëtische teksten uit mijn eerste versie van: 'Het voelt zo kunst'  gesprekjes te hebben.  Ondanks dat kwamen we toch op wat leuke vondsten zoals deze uitspraak van een meisje die het met haar groepje had over het begrip: 'mooi'. Haar uitspraak: "Iedereen heeft een eigen mooi", vond ik dan weer heel 'mooi'. Toch vind ik het belangrijk dat er gesproken wordt over deze soort gedachtes: "Ik kan dit niet' of  'het is lelijk'. Hoe ga je daarmee om en kun je zelf op beter werkende gedachtes komen? Dit kun je beter doen tijdens het bespreken van gemaakt werk dan dat je er een losstaand gesprek van maakt, dan heeft het geen context en beklijfd het niet. Bij het bespreken van werk kun je bijvoorbeeld vragen wat de leerlingen voor gedachtes hadden tijdens hun maakproces en hoe ze daarmee omgingen.  
We sloten de les af met een 'tekendictee' dat ik altijd aankondig als het leukste dictee dat je ooit hebt gemaakt. Natuurlijk met opdrachten zoals: Hoe ziet het eruit als het kunst regent?, een boze auto en een landschap waar geen land op staat. Die laatste vonden ze wel lastig, terwijl daar ook de leukste uitkomsten uitkwamen. Zo werd er een 'schap' in een supermarkt getekend, want geen land wel schap, een onderwaterwereld en allerlei figuren in de lucht. Tijdens dit dictee ontstonden er al voordat ik het aan ze vroeg ideeën voor eigen zinnen/opdrachten zoals: "een schommel die niet meer schommelt". 

In studio 3 ga ik muziek met ze tekenen. Want daar gaat mijn project ook over, om de verschillende kunstdisciplines dichter bij elkaar te brengen. We gaan een estafette doen met een andere studioklas die muziek doen. Dus wij maken de tekeningen en zij gaan daar muziek van maken. 
"In studio 3 ga ik muziek met ze tekenen" ​​​​​​​
Ik heb het met Corrie over mijn project: 'Het voelt zo kunst'. En dat ik het eigenlijk voor verschillende doelgroepen zou willen maken. In "De kunst van het meanderen" staat iets over 'enkelslag, dubbelslag en drieslag', dat zijn verschillende niveaus en dat zou ik ook kunnen doen met mijn project volgens Corrie. We praten verder en ik bedenk dat het me tof lijkt om het product dat ik ga maken bijvoorbeeld voor de brugklas, voor de laatstejaars en misschien ook voor eerstejaars studenten op de kunstacademie te ontwerpen. "Met het ouder worden, komt regulering en verliezen of vergeten we vaak een deel van het spontane spelen, we passen ons aan." (blz.56, De kunst van het Meanderen) Zeker ook voor studenten zou het belangrijk kunnen zijn, denkt Corrie omdat mensen creativiteit kunnen afleren. Mensen vergeten dat ze voorheen experimenteerden met allerlei soorten materialen bijvoorbeeld voordat ze bij hun eindproduct kwamen. Mijn opdrachten zouden voor die doelgroep ook belangrijk kunnen zijn. Dus ik denk erover om een seminar te ontwerpen voor de HKU en te kijken of het daar ook kan werken. 
Ondertussen lees ik een boek over "Faalmoed" van Stine Jensen en "We moeten spelen" van Rob Martens. Als ik die uit heb schrijf ik erover in een volgende blog :) En ik ben aan het experimenteren met de vorm van de opdrachtkaarten en het boekje.
Back to Top